donderdag 4 april 2013

Veertig jaar gsm: weg privacy


Gisteren precies veertig jaar geleden belde Martin Cooper van Motorola terwijl hij over straat liep met zijn collega-concurrent Joel Engel van Bell Labs. Cooper was daarmee waarschijnlijk de eerste mobiele beller. De Redactie beschreef naar aanleiding van dit jubileum enkele gevolgen van dit eerste telefoontje.

Voorspelbaarheid
Ze verwijzen onder andere naar Limits of Predictability in Human Mobility (pdf) waarvan de conclusie luidt:
By measuring the entropy of each individual’s trajectory,we find a 93% potential predictability in user mobility across the whole user base.Despite the significant differences in the travel patterns, we find a remarkable lack of variability in predictability,which is largely independent of the distance users cover on a regular basis.
Of zoals De Redactie vertaalt:
De wetenschappers konden de berg gegevens in een algoritme gieten, met een ongelofelijk resultaat. Van elk individu kan je voorspellen waar hij pakweg over vijf weken op vrijdagnamiddag zal zijn, of over zeven maanden op woensdagochtend. De zekerheid waarmee ze dat kunnen voorspellen, kan oplopen tot liefst 93 procent. En nooit valt die zekerheid terug tot onder de 80 procent, nog steeds een duizelingwekkend hoog cijfer in wetenschappelijke termen.
Wat verbaast, zeggen de onderzoekers, is dat zelfs de meest onvoorspelbare mens eigenlijk nog extreem voorspelbaar is. Uit gelijkaardige onderzoeken blijkt ook dat het weinig uitmaakt of je in de stad of op het platteland woont, en dat de cijfers gelijkaardig zijn voor de week en voor het weekend. "Straf, gezien de menselijke hang naar spontaniteit en onvoorspelbaarheid", schrijven analisten.
Herkenbaarheid
Maar er is meer.
Uit een artikel in Nature blijkt dat vier geo-referentiepunten genoeg zijn om iemand te identificeren:
We study fifteen months of human mobility data for one and a half million individuals and find that human mobility traces are highly unique. In fact, in a dataset where the location of an individual is specified hourly, and with a spatial resolution equal to that given by the carrier's antennas, four spatio-temporal points are enough to uniquely identify 95% of the individuals.
Weer in de woorden van De Redactie:
Onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology en van de Belgische Université catholique de Louvain (UCL)  hebben 15 maanden lang de mobiele gegevens van 1,5 miljoen mensen geanalyseerd. Ze toetsten de gegevens aan "spatiotemporele punten", zeg maar het tijdstip waarop een gsm-mast vaststelt dat u in de buurt bent.
Als je 4 van die punten kent, valt met liefst 95% zekerheid te zeggen om wie het gaat. Zelfs als je slechts 2 van die punten kent, is de identiteit nog steeds met 50% zekerheid vast te leggen. Want het mobiliteitspatroon dat elke mens aflegt, is blijkbaar uniek.
De "geografische vingerafdruk" is overigens nog unieker dan de echte vingerafdruk, want om die vast te leggen en toe te schrijven aan een persoon, heb je twaalf punten op de vingertop nodig.
Veertig of vijfenzeventig?
Het is trouwens nogal de vraag of dat gesprek in 1973 nu echt via de eerste mobiele telefoon was.
Het filmpje hierboven dateert blijkbaar uit 1938 en een van die dames zou mobiel aan het bellen zijn met haar baas, die - niet op de film - naast haar loopt.
Het clipje verscheen vorig jaar rond deze tijd op Youtube, het zou dus net zo goed een grap kunnen zijn.

Gerelateerd
Privacy op je telefoon
Het vrijheidsdoosje van Moglen
Mobiele telefoons zijn Stalins droom

Geen opmerkingen:

Een reactie posten