dinsdag 21 december 2010

Management met Informatie

Doordat mijn laptop vorige week stuk was, had ik in de trein heel veel tijd om allerlei stukken te lezen. Gisteren heb ik dan eindelijk, zoals eerder beloofd, het Information Governance-rapport van VHIC helemaal gelezen. Het was geen onverdeeld genoegen.
En dat was echt niet alleen om de taalfouten die er op verschillende plekken in voorkomen: wat in plaats van dat, verhaspelde spreekwoorden als "de wens is de voeder van de gedachte" (p.57), het veelvuldig gebruik van het woord opmerkelijk, of het plots de lezer aanspreken, als in de volgende passage:
Daarbij heeft u niet veel aan een gemiddelde, omdat u natuurlijk de beste wilt zijn, wat betekent dat u zich dient te meten aan die beste. (p.67)
Antwoord, analyse en interpretatie
Wat me vooral stoorde was de vermenging van antwoord, analyse en interpretatie. Neem de vraag naar de toegankelijkheid van bedrijfskritische informatie op pagina 21-22.
In de tekst staat dan:
De bedrijfskritische informatie is niet goed toegankelijk, zegt het antwoord van de respondenten. Dit heeft te maken met de manier waarop de informatie is gestructureerd, of juist niet is gestructureerd: informatie in e-mailboxen is moeilijk toegankelijk, digitale mappen zijn op naam van medewerkers afgesteld en niet op onderwerp of werkproces, papieren dossiers zijn onvolledig omdat belangrijke e-mails er niet in worden opgeslagen en digitale dossiers zijn niet systematisch toegankelijk gemaakt.
Ik kan me vergissen, maar alles wat achter "Dit heeft..." staat is misschien wel waar, maar blijkt niet per sé uit het antwoord van de gemeentesecretarissen. Misschien vinden die de informatie wel om een heel andere reden slecht toegankelijk. Maar dat weten we niet, want daar is - bij mijn weten - niet naar gevraagd.
(En dan ga ik nog voorbij aan de opmerking die Gerdy eerder maakte, dat een "Neutraal" antwoord hier als "Niet goed" wordt gezien...)
Op deze manier worden telkens opvattingen en ideeën van VHIC over hoe het bij gemeenten werkt of zou moeten werken toegeschreven naar de antwoorden van gemeentesecretarissen of hoofden DIV.
Verder worden er op verschillende plekken zaken met elkaar in relatie gebracht, die niet of nauwelijks iets met elkaar te maken hebben. Als 42% van de gemeentesecretarissen aangeven dat er geen "beleid is vastgesteld voor het zorgvuldig verwijderen van informatie die niet meer nodig is en voor het zorgvuldig verwijderen van overtollige hardware", staat er:
Overigens is er voor gemeenten een selectielijst opgesteld, die aangeeft welke informatie gedurende welke termijn bewaard dient te worden c.q. wanneer informatie vernietigd mag of moet worden. Dit is overheidsbeleid, kennelijk minder goed bekend bij de gemeentesecretarissen.
Maar de vraag bestaat uit twee onderdelen en de gemeentelijke selectielijst zegt bij mijn weten niets over het "zorgvuldig verwijderen van overtollige hardware."
De vraagstelling is sowieso verschillende keren lastig, omdat er ook negatief geformuleerde vragen gesteld worden, zoals DIV als afdeling zal binnen tien jaar in de huidige vorm niet meer bestaan of 70% van de DIV-medewerkers zal niet mee kunnen in de toekomstige ontwikkelingen. Ik weet nooit wat Ja of Nee dan betekent...

Zaakgericht werken
In mijn eerste stukje schreef ik dat ik de conclusie vooral een soort 'ophemeling' van zaakgericht werken vond. Ad van Heijst reageerde daar als volgt op:
Als je dat leest als een lofrede op zaaksystemen dan mag dat, al zal iedereen die me goed kent weten dat ik zeer, zéér kritisch ben op zogenaamde zaaksystemen en dat ik juist geloof in de kracht van het document (zie mijn bijdrage aan Od, oktober 2010 pagina 8 en 9). Als je iets belangrijks afspreekt, voer het dan meteen uit (dus: zonder administratieve rompslomp), kan dat niet: leg rechten en verplichtingen dan vast in een document waarbij je zo mogelijk -en zo nodig- getuigen aanroept die later kunnen helpen in de bewijsvoering en zorg dat alle metadata over dat document in de eigenschappen van het document worden meegenomen, zodat ze systeemonafhankelijk zijn terug te vinden
Het gekke is dat deze nuance dus echt helemaal niet in het rapport voorkomt. Daar wordt geen enkele kritische opmerking geplaatst bij de gemeentelijke neiging naar Zaakgericht werken.

Afsluitend
Natuurlijk staan er ook interessante dingen in het rapport, maar die zijn voor mij vooral beperkt tot de 'harde' cijfers, die, zoals ik eerder ook al zei, het algemene beeld ondersteunen. Dat is ook al heel wat.

Gerelateerd
Information governance volgens VHIC

3 opmerkingen:

  1. Toch een reactie, Ingmar.
    Moet ik jouw reactie zien als reactie van iemand privé, die een blog bijhoudt en schrijft over wat hem bezighoudt, of als archiefinspecteur?

    In het laatste geval heb ik enkele vragen.
    1. Wat vind je van het idee om information governance de verbinding te laten zijn tussen de informatiehuishouding en governance, oftewel betrouwbaar bestuur? De verkenning gaat over information governance bij gemeenten, het onderzoek is maar een deel daarvan (zie dit verantwoord op pagina 3).
    2. Voldoet de omschrijving van information governance die wij geven op pagina 13 en 14 volgens jou, of is er meer nodig? Binnen de UvA zijn twee promovendi bezig het begrip volledig uit te diepen. In het rapport hanteren wij de volgende definitie: het vaststellen en onderhouden van regels en besliskaders voor de effectieve creatie, het verzamelen, analyseren, distribueren, gebruiken en vernietigen van informatie. Wij stellen dat information governance meer is dan dat, maar dat nog nauwelijks is nagedacht over wat dat “meer” dan zou moeten zijn;
    3. Hoe denk je over het geschetste ontwikkelpad voor information governance? Leidt dit tot een verbetering van de informatievoorziening (zie pagina 16/17 van de verkenning);
    4. Vind je dat mensen zich moeten meten aan de beste –dus het beste uit zichzelf mogen halen- in plaats van zich te meten aan de neutrale middelmaat?
    5. Wat vind je van het idee om alle aan de informatievoorziening gerelateerde voorzieningen samen te brengen in één afdeling Informatie- en Procesbeheer en ze niet te versnipperen over de organisatie?
    6. Hoe denk je erover om in organisaties een manager specifiek verantwoordelijk te maken voor de inrichting van de informatiehuishouding en de werkprocessen die daarvoor als basis dienen? Een informatiemanager, van gelijk gewicht als de manager personeelszaken en financiën?

    Ik zie je reactie, op deze blog, graag tegemoet.

    Met vriendelijke groet, Ad van Heijst

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank voor je aanvullende vragen Ad.
    Ik ga er over nadenken en er nog wel een stukje over schrijven...

    Wat de status van deze weblog betreft: ik denk dat het niet zo eenvoudig te scheiden is. Ik werk als 'beleidsmedewerker archiefinspectie' bij de provincie Noord-Brabant en schrijf over dingen waar ik tijdens dit werk tegen aan loop. Daarnaast schrijf ik ook over andere dingen, die helemaal niets met mijn werk bij de provincie te maken heb. Ik schrijf in mijn vrije tijd en soms ook onder werktijd.
    Ben ik me bewust van mijn 'functie' als ik schrijf? Ja heel erg, sommige dingen schrijf ik niet of anders dan wanneer ik ergens anders werkte. Is deze weblog 'archief van de provincie Noord-Brabant'? Soms misschien wel, soms waarschijnlijk niet. Misschien dat ik hier de komende dagen ook maar eens een stukje over schrijf...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Misschien aardig om dan ook het volgende in je overwegingen te betrekken: http://www.nu.nl/binnenland/2410859/districtschef-non-actief-tweet.html

    BeantwoordenVerwijderen